maandag 7 januari 2008

Black Desert, White Desert en de poetische woestijnen

(Druk op foto voor meer)

De tocht door de woestenij: Black desert, White desert en de poetische woestijnen!
Zorgvuldig hadden we weer de grote overtocht voorbereid. Zeer veel water ingeslagen en met een berg voedsel onze vehikels een pak slomer gemaakt. We waren klaar om te ver(t)rekken wanneer een enorme knal ons dooreen schudt. Stenen vliegen in het rond en iedereen binnen gehoorsafstand komt op ons afgestormd.
Jasper zijn achterband is ontploft met een gapende scheur als krater. De binnenband en de buitenband zijn volledig verruineerd! Het neemt nog een halve dag in beslag voordat alles weer in orde is. Onze flut reserveband (omdat we niet beter vonden in Sicilië en daarna) moet nu zijn diensten bewijzen. De oude buitenband houden we bij om als noodoplossing hem, na naaiwerk (zie Sicilië: achterband Fraukje) toch nog in te zetten.

De Zwarte woestijn is ruig. De weg loopt door een pikzwart woestijngebergte met onder de zwarte laag een bruine zand en rotsmassa. Terwijl we de wind weerstaan passeren toeterend jeeps die het zand opwaaien. Op hun daken liggen houten tafeltjes en matrassen gebonden. Met hun ronkende motoren zijn deze toeristen op zoek naar de ultieme eenzaamheid en de stilte. Ze stoppen fracties van seconden bij de attracties.
‘s Middags zetten Jasper en Berten zich om te tekenen terwijl Fraukje gewicht aan stenen verzamelde in de woestijn.

De Zwarte woestijn gaat zacht over naar bruin/grijze woestijn, naar witte woestijn. Links van ons herkennen we de vreemde poort van The Christal Mountain. Het is berg en een gewelf, bestaande uit overweldigende kristallen. De woestijnzon die speelt prachtig door de glazige stenen.

‘s Middags manifesteer de Witte woestijn zich duidelijker. We vinden grote blokken krijt en schrijven de blog in het groot op de baan. Hierna volgt ook een gigantisch zebrapad. Na hard werken en met een half wit lichaam kijken we tevreden naar onze creaties tot onverbiddelijk een meute jeeps in konvooi een deel wegvaagt.

Wanneer we de weg affietsen om de Witte woestijn van naderbij te bekijken volg een zeer maffe ontmoeting met een bende Belgen!

DE BELGEN ZIJN DE DAPPERSTEN VAN ALLE GALLIËRS
DE VRIJGEVIGSTEN VAN ALLE GALLIËRS.

We worden direct Bourgondisch uitgenodigd om met hen, boven op een berg een wijntje te komen drinken. Onze nuchtere en sportieve geest heeft al lang niet meer van zulk Godenspul mogen genieten! Verhalen en alcohol vloeiden weelderig en het was een waar genot nogeens in onze moedertaal te kunnen communiceren. Na veel uitgewissel van verhalen bleken er velen uit Kapellen te komen. Allez, ze hadden er vroeger gewoond. Allez, ze gingen der in de toekomst wonen!

Enkele uitspraken voor en na consumptie frigobox met alcohol:
  • Driver: Zijn die mensen arm dat ze met de fiets komen?
  • Reisleider: Nee, zone fiets kost een dubbel maandloon. Maar als`t Hollanders zijn, zie die oranje broek, dan zijn ze gierig.

Jasper en de dame van Freddy:
  • D: Aah, menen jeep rijdt door. Dan zal ik bij u in de tent moeten komen liggen!
  • J: Maar ons tentje is nogal krap.
  • D: Geen probleem, dan slaap ik wel bovenop u.
  • Freddy de fietsenverdeler: Ge kunt ze ook als hoofdkussen gebruiken.

De hartelijkheid van al deze warme mensen deed ons enorm veel deugd en heeft ons nog een lange nacht nababbelen met drieën bezorgd!
We werden zomaar getrakteerd op chips terwijl onze zakken werden gevuld door stiekeme geldgevers, en er werden zelfs bananen, koekjes en mandarijntjes in onze handen gelegd. De voorraad alcohol die we meekregen gebruikten we spaarzaam. Hij haalde zelfs Bertens verjaardag!

Dag na de voorgaande

Opgestaan in een prachtig spel van licht op de Witte woestijn! De mushrooms beklommen en bewonderd en vertrokken richting ons groene doel: Oase Farafra!

De straat glijdt onder ons door terwijl een moto ons voorbijsteekt. De twee mannen, een met vreemde voeten, nodigen ons met gebarentaal uit om bij hen te komen eten. We hobbelen langsheen hun velden en bizons, naar hun vrij afgelegen boerderij.
Daar werd Fraukje al snel duidelijk gemaakt dat ze niet de duivenstront van haar armen moest verwijderen maar haar mouwen over haar polsen stropen en Jaspers sjaal om haar hoofd moest binden. Hierna werden we rondgeleid naar de duiventorens. Jasper klom mee naar de nok onder de brede rok van zijn voorklimmer. De duiven vluchtten naar de lichtgaten om uit de toren te geraken. De kleinere gaten blokkeerden de doorgang. Zo konden de twee klimmers de geblokkeerde duiven uit de gaten plukken. Op een dromedarismat werden de duiven verzameld. Ik geloof een 10tal.
De kinderen begonnen naar hartelust de duiven te plukken terwijl ze nog leefden. Ze deden teken dat wij dat ook met onze duiven moesten doen. Fraukje zag dat niet zitten en vroeg aan Jasper of hij de duiven misschien eerst zo pijnloos mogelijk kon doden.

(Berten gaat verder)

Respect voor dieren is hier ver te zoeken.
3 uur later waren de duifjes gebakken en gevuld met rijst, een reusachtige schaal zo groot als een tafel werd naar buiten gedragen. Berten had niet al te veel goesting om deze arme duifjes te verorberen en hield het bij de groentjes met rijst en speelde de duifjes zo respectvol mogelijk door naar Jasper.
Na een zeer luidruchtige en oorverdovende conversatie en een ontelbaar aantal theetjes kropen we in ons tentje. Het voorstel dat Fraukje bij de vrouwen ging slapen en de man des huizes mee in ons tentje kroop hebben we gelukkig kunnen afschepen.
De zeer gastvrije familie had ons zeer goed verwend en de man des huizes sliep naast ons tentje om ons te bewaken.

Nieuwjaar en verjaardag Berten.

De volgende morgen nog meer van die duifjes maar nu van een andere familie.
Na heel wat indrukken opgedaan, zijn we vermoeid verder gefietst.
Er lag weer 200 km Sahara voor ons wielen en Jasper en Fraukje vreesde geen winkel meer tegen te komen voor nieuwjaar om verjaardagscadeautjes voor Beren te kopen. Maar daar slaagden ze toch in.

‘s Avonds belandden we in een mini oase: Abu Minqar, bewaakt door bewapende dorpsbewoners wachtend op een aanval uit de oneindige woestijn en dan komen der drie fietserkes aan. Hier vonden we een klein barretje waar we asiel vroegen onder enkele palmbomen. Hier gingen we nieuwjaar en de verjaardag doorbrengen.
Een van de meest afgelegen plaatsen waar 1 bar bezoeker ons een gelukkig nieuwjaar wenste.
Om kwart voor 12 viel al het licht uit en probeerden we nog juist wat kaarsjes aan te steken. Van vuurwerkknallen hebben we niets gehoord maar we hadden wel een mooi sterren spektakel. Voor zijn verjaardag kreeg Berten een grote koekedoos en een prachtig weefwerkje van Fraukje met een zwarte steen in uit de witte woestijn.
Het was fris buiten en na onze laatste pintjes die we van de Belgen hadden gekregen kropen we al snel in ons tentje. Om 1 uur ‘s nachts wanneer we juist in slaap vielen kwamen de Belgische telefoontjes binnen. Vanwege het uurverschil verjaarde Berten 1 uur voeger dan normaal.

Onderweg naar Bagdad.

Na goed uitgeslapen te zijn en koppijn van niet meer aan bier gewend te zijn vlogen we verder. De wind was ons eindelijk nog eens gunstig gezind zodat we na 100 km aan gemiddeld 28 km/u ons tentje in de wijd uitgestrekte woestijn opzetten.

De wind keerde tegen ons, het werd veel zwaarder en we geraakten nog maar amper vooruit. Onze fietsen en wijzelf werden totaal gezandstraald. Zandduinen staken onze weg over en onze fietstocht richting Dakla werd al gauw met een dag verlengd zodat onze voeding steeds armer werd. Maar na 4 dagen zand eten zijn we er geraakt.
De maffe woestijnlandschappen werden weer eens wat kleurrijker gemaakt door fris groene velden dadelpalmen en hot springs, hier kampeerden we op het dak van een hotelletje met uitzicht over een oude lemen Islamitische stad El Gasr. Wegens beter betalende toeristen werd ons gevaagd om het hotelletje te verlaten. Jammer want we waren nog eens aan wat rust toe (maar het is hoogseizoen).
Onze fietsen mochten we gelukkig nog laten staan zodat we zalig door de oude lemen stad konden ronddolen.

Nog efkes en we zitten in Palestine.

We verlengen ons lichaam nog maar eens met een verweerd kader waar wielen onder staan. We trappen ons door de oasetuinen en oude lemen dorpen tot aan Mut, een iets groter stadje waar we internet hadden gevonden. Wegens te opdringerige jongeren en slecht werkend internet kregen we echter niets verstuurd.
Nu stond er ons weer een oversteek van 300 km voor de wielen en een wind op kop die wel iets van een storm weg had, we willen naar Kharga: een oase-eiland.
Grote inkopen, veel water en vier dagen genieten van de mooiste uitzichten zonder bijna ook maar iemand tegen te komen baanden we ons een weg tegen wind en zand op.

Toen we op een prachtige kampeerplaats tussen natuurlijke piramides stonden vond Berten in een col kruiken waar we van denken dat er ingewanden in hebben gezeten, ze stonden winderig opgesteld zodat de geesten van de overledenen met de wind zouden worden meegevoerd.
Berten verzamelde de scherven en kon nog aardig wat van de historische scherven reconstrueren. Hij begon al te dromen van een daadwerkelijk historische vondst. Of het schrijven van boeken.
Of waarom ni: al die elektriciteitsmasten af te breken en rijk te worden van oud ijzer...

Bijna in Paris.

Kharga bolden we ‘s avons laat en uitgeput binnen tot er al toeterend de gele kamionet van de Zwitsers achter ons verscheen. We kampeerde in een stadsparkje en hielden een 2de Berten verjaardag want Antuan had een prachtige verjaardagstaart gemaakt.
Gezellig zitten we hier nu samen al bijna een hele dag met de Zwitsers onze verslagen bij te werken in een internetcafeetje.

Buiten is het weeral donker en het wordt straks een plaatsje zoeken onder de overvloed aan palmbomen.
Morgen verrekken we richting Kuweit, Palestine en Bagdad.
Paris laten we links liggen want we slagen af naar Luxor.

Groetjes van de drie.

1 opmerking:

Anoniem zei

Wat een schitterende foto's en wat een hard leven voor jullie. In Luxor zitten jullie volop in toerismegebied, beniewd hoe dat gaat voelen. Fietskes hou het vol!