Verslag Luxor
Luxor verlaten we spoedig maar we komen hier nog terug. Samen met onze Zwitserse vrienden Antuan en Laila zijn we op het idee gekomen om de onmogelijke trip naar Abu Simbel aan de grens van Sudan toch te ondernemen. We laten onze fietskes voor een keer achter in de tuin van een hotel, aangezien dit stuk enkel te bereizen valt met een konvooi en onze fietskes nog geen 130 km u halen leggen we ons achterin de gele camionette op hun bed en rijden we ons snel door prachtige landschappen heen.
Het is nog wel efkes wennen want met ons fietske zijn we vogelvrij en kunnen we overal stoppen waar we maar willen. Wanneer we ‘s avonds in den donker in Aswan aankwamen voelden we ons meer uitgeput dan een hele dag fietsen. Aswan zelf was prachtig, de Nijl splitst hier op in vele eilandjes met prachtige rotsformaties. Egyptise tempels, ontelbare prachtige vogelsoorten, zijlbootjes en de zandduinen die tot in de Nijl rijken. Alsof het met Photoshop™ in elkaar is gekleefd. De sfeer zat er ‘s avonds goed in, Antwan met de gitaar en Laila de zang. De Franse liedjes klonken zalig en al de passanten keken raar op. Zonder konvooi naar Abu Simbel bleek onmogelijk we werden op de dam van lake Nasser abrupt teruggestuurd.
Het konvooi gevonden en na grondige bomcontrole mochten we mee, tegen 130 km/u probeerden we het konvooi van politie bij te houden terwijl je hier officieel maar 90 mag rijden, maar met zoiets houd de politie zich niet bezig. De meeste toeristen blijven hier maar 1 uurtje totdat het konvooi terugkeert. Hotels hier zijn onbetaalbaar, dus kampeerden we hier aan de oever van lake Nasser. Waar Jasper, op zoek naar krokodillen, over een gladde rots uitschoof om niet in het met balharzia besmette krokodillenmeer te vallen en een manoeuvre maakte waarbij hij zijn pols bezeerde. Verder zaten er prachtige watervogels en in de avond, na op een houtvuurtje te koken, konden we nog meegenieten van de licht en sound show. ‘s Ochtends werden we verrast door duizenden aalscholvers die in konvooi over het immense lake scheerden. Na dit natuurspektakel maakten we ons klaar om naar een menselijk spektakel te gaan kijken: Abu Simbel. Deze tempel werd gebouwd door Ramses 2 om de grenzen van zijn rijk aan te duiden. Abu Simbel bestaat uit 2 tempels, de grootste is de tempel van Ramses 2 ter ere van de goden Ra, Amon en Ptah waar dat beelden van hemzelf en zijn vrouw en kinderen staan tot 30m hoog. Binnen in de tempel zijn verschillende kamers uitgehouwen in de rotsen, rijkelijk versierd met prachtige oorlogstaferelen, die tonen hoe Ramses 2 zijn vijanden letterlijk in trossen vermoordde, en heilige rituelen. De kleinere Hatortempel staat er ter ere van zijn vrouw Nefertari. Het andere ongelofelijke aan deze tempels is dat zij niet meer staan waar ze oorspronkelijk gebouwd werden. Bij de bouw van een stuwdam aan lake Nasser hadden de ingenieurs geen rekening gehouden dat er honderden belangrijke monumenten zouden verdwijnen, toen Unesco dit door had begonnen ze aan een van de grootste projecten ooit om een erfgoed te redden en besloten ze Abu simbel 60 meter hoger te plaatsen. Heel de tempel werd met de hand in stukken gezaagd en 60m hoger weer in elkaar gepuzzeld en omdat het opkomende water niet te stoppen was was het een race tegen de tijd op het einden moesten ze zelfs een dam rond de monumenten bouwen en wanneer de laatste steen weg was liep het water over de dam heen. Aan de tempel zelf is niet te zien dat hij verplaatst is geweest maar je kunt wel zien dat de berg niet origineel is. De tempels waren prachtig en we hebben daar een volledige dag in rondgehangen en aan het schetsen geweest. Buiten 1 uurtje waneer het konvooi arriveerde waren we daar alleen, zalig rustig.
Die avond hebben we aan lake Nasser nog wat nagepraat, Fraukje was te moe en ze zee dat ze ging slapen maar toen dat Berten en Jasper ook gingen slapen lag Fraukje niet in haar slaapzak en aangezien Fraukje nooit ver van de tent naar het toilet gaat werden we wat ongerust (een meer vol Krokodillen en glurende vissers). We begonnen te roepen en te zoeken maar Fraukje was nergens te vinden tot Jasper uiteindelijk naar de andere kant van de baai liep en Fraukje daar rustig zat te schetsen. (die Fraukje toch! – H)
De volgende ochtend vertrokken we met het vroege konvooi terug richting Aswan, daar aangekomen hebben we de boot genomen naar de prachtige Phalaetempel gewijd aan Isis, die vanwege de dam ook verplaatst is geweest. De tempel is versierd door graffities van ontdekkingsreizigers die wouden laten zien dat ze er geweest waren, er is ook nog een Byzantijns klooster in geweest, de paterkes hebben daar al de Egyptische goden moeten wegkappen en in de zuilen zijn kruizen uitgekapt. Maar er zijn zo veel tekeningen dat ze ze nog lang niet allemaal hebben kunnen vernietigen. Voor de terugweg moesten we een nieuwe boot vinden omdat we bij de heenweg op een boot bij een 30tal Duitse toeristen zijn gesprongen. We vonden al spoedig een boot en konden met een aantal Franse toeristen terugvaren. We reden naar een kampeerplaats waar we voorheen een man hadden ontmoet waarbij we in de tuin konden blijven slapen. Hij was fier op zijn verzameling geweren die hij gebruikte om op krokodillen in lake Nasser te jagen. Hij had een vergunning en beweerde dat de overheid hem vroeg om krokodillen te schieten. Maar die avond was er behalve een aantal agressieve honden niemand thuis. De volgende ochtend zijn we richting Luxor gereden vanwaar Fraukje verder gaat.
(Fraukje gaat verder)
Heel Luxor ligt plat! De elektriciteit werkt nergens en de internetverbindingen al helemaal niet. De oorzaak: de regen. Niets is hier regenresistent. De daken zijn gemaakt van karton en er is geen verschil tussen binnen- en buitenverlichting. Dus geen afscheidinternetsessie met Antoine en Leila en dat is meteen de oorzaak dat jullie lang niets van ons gehoord hebben!
Vervangingsactiviteit: DE TEMPEL VAN HATSEPSUT!
Deze dame (Hatsepsut) stuurde haar man op een verdachte wijze richting de onderwereld en kwam zo zelf aan de macht. De tempel ligt machtig in een baai van enorm hoge rotsen. Van buitenaf is hij immens maar vanbinnen krioelt het van toeristen. Dit doet ons al snel vluchten richting de bergen. Weinige toeristen verkiezen dit pad dat kronkelt langs tombes en rotsen tot grote hoogten. Aan de top hebben we links van ons een uniek gezicht op de tempel en rechts in de diepte ligt The Valley of the Kings.We dalen af en worden geabsorbeerd door de volgende toeristengolf. De tombes daar zijn van een unieke schoonheid. We zien slangen op hoge mensenbenen, maffe fantasiedieren,... in helle kleuren! De laatste tombe die we bezoeken is niet afgeraakt. De muren zijn bezaaid met Egyptische schetsen en snel gekriebelde hiërogliefen. We amuseren ons met zoveel fantasie! TOT de lichten beginnen te flikkeren. Een bewaker wil een half uur voor sluitingstijd onze pret bederven. We moeten de tombe verlaten.
AFGEVOERD MET COMBI
-We hebben nog een half uur om de tombe te bezoeken.
-Nee, u moet de tombe nu verlaten, of anders haal ik de politie.
-De sluitingsuren zeggen dat we nog een half uur hebben.
De bewaker gaat weg en komt een half uur later terug met een politieagent. We verlaten 5 min voor sluitingstijd de tombe en zien dat alle toeristen reeds vertrokken zijn. We krijgen een verbod om de bergen terug over te klimmen en worden afgevoerd in een politiekooi met dichte metalen wanden. Het uitzicht over de bergen in het heengaan, ruilt zich voor een eng uitzicht uit een klein betralied raampje op de blauwe lucht. Drie Belgen en een twintigtal Egyptische politieagenten gewapend met kalaschnikofs voeren ons naar onze fietsen aan de andere kant van de berg. Onderweg wil een agent een armworstelgevecht aangaan met Jasper. De agent grijpt voor Jasper het beseft naar zijn arm en zonder voorbereiding duwt hij Jasper plat. De eerste echte winnaar moet nog komen.
Bij het inkopen doen krijgt Berten ongezellig bezoek van een kleine bende straatjongens. Ze zijn zeer racistisch tegenover hem en proberen zijn km teller te stelen. Wanneer hij de dief bij de hand grijpt krijgt zijn fiets een paar rake stampen en beweert een jongetje bij de maffia te zitten en dat Berten niet levend Luxor zal verlaten. Zonde van dit voorval want de sfeer van de dag leek eerst niet kapot te kunnen na zoveel moois in de tombes.
Aan ons hotel hoorden we van een Brit dat de tour die we fietsten door de woestijnen in tegenovergestelde richting niet wordt toegestaan door de militairen van Luxor. Hij kende een fietser die had geprobeerd wat we hebben gedaan (van Marsa Matrouh tot Luxor). Hij werd direct onder vuur genomen, zei de dronken Brit, met veel gebaren. En het pinnenmechanisme (gelegen aan elke controlepost, met een militair die constant het touw in de hand heeft: gezegd door ons en niet door de dronken Brit) rees uit de grond.
CAN YOU DRIVE THIS BYCICLE WITHOUT SLEEPING? (De vreemdste vraag aan Berten)
Dag 140
We nemen voor de 10de keer de overzet over de Nijl met onze bepakte fietsen maar plots wordt er een probleem gemaakt over de fietsen. De bootprijzen:
-Egyptenaar: 25 piasters (cent)
-Toerist officiële prijs: 1 pond met fiets!
-Elke passerende onwetende toerist vragen ze: 8 pond
We kenden de prijs van 1 pond, wat al te veel is en nu wilden ze plots voor de fietsen meer hebben. Berten liet weten dat de racistische behandelingen nu wel te ver gingen. Dit eindigde in een serieuze twist waarbij Berten en zijn fiets achteruit werden geduwd en er felle woorden vielen. Er vormde zich een grote groep omstanders en wanneer er politie passeerde en Berten de situatie trachtte uit te leggen dook de politie snel weg, tussen de menigte. We kregen de juiste prijs. Allez, 4x te veel maar toch geen 10x te veel. In de boot koelde Berten zijn woorden door zijn verhaal te kunnen doen over rijke toeristen die het voor trekkers niet gemakkelijk maken door overal te veel te betalen, tegen 2 rijke toeristen.
We bezochten The Valley of the Queens en schetsten daar de muurschilderingen omdat we geen foto’s mochten trekken. Gelukkig is Berten professioneel stiekem fototrekker en hebben we toch wat Egyptisch tombemateriaal voor jullie! De bewakers vonden Berten en Jasper echte kunstenaars. De tekeningen van Fraukje daarentegen vonden ze niet vet. Ik maar zwijgen over mijn 5 jarige opleiding!
DE KINDEREN KUNNEN HIER ZELFS NIET MEER FATSOENLIJK ARABISCH SPREKEN
Tijdens het aanschuiven voor brood (gemiddeld 1.5u aanschuiven) werd Berten op de hoogte gebracht van de politiek in Egypte.
Hier een korte samenvatting:
Aan de macht is: Mubarak. Hij heerst al meer dan 30 jaar over Egypte. Egypte zou een democratie moeten voorstellen maar aangezien er al zo lang geen nieuwe verkiezingen zijn geweest, kan men hier niet meer echt van spreken. Ook de opvolger staat al klaar: De zoon van Mubarak. Er is maar een heel kleine kans op herverkiezingen als Mubarak sterft.
Egypte rijft enorm veel geld binnen via toerisme. Waar een toerist 120 pond moet betalen, daar moet een plaatselijke amper 11 pond voor neerleggen. De winst die het land op het toerisme heeft gaat rechtstreeks naar de leiding en de politie.
De plaatselijke bevolking krijgt niets. Meer dan de helft van de kinderen gaan niet naar school en doordat ze niet meer leren schrijven vergaat de juiste uitspraak.
Wanneer kinderen toch naar school gaan is het onderwijs erbarmelijk. De school krijgt geen financiële steun.
De politie is overal en doet niets buiten theetjes drinken en met hun kalaschnikofs een gezellige sfeer verspreiden. Ingrijpen doen ze in geen geval.
We fietsen verder van politiecontrole naar politiecontrole
Politiecontrole 1:
We mochten erdoor
Politiecontrole 2:
Politie: You can’t pass. Impossible. Go back to Luxor. Not to Cairo.
Talaata Belgici: But we come from Luxor and we go to Cairo.
Politie: No problem. You have to go back to Luxor. Luxor is beautiful.
(2min verdwaasd staan kijken)
Politie: You can go.
TB: To Cairo?
(Veel bieb bieb, prrrt e Walkietalk...)
Politie: Yes
Politiecontrole 3: (erdoor)
TB: Can we put our tent somewher here?
Politie: Impossible, then we will shoot you (grijpen naar hun geweren)
Politie: And we will kill you.
Politie: And we will hang you.
(Reeds donker)
Politie: You have to cycle till the next big village.(=90km)
Politie: Don’t stop on the road, the guns and the maffia will kill you.
We fietsen en fietsen op zoek naar een goede overnachtingplaats en vinden een ruïne waar we beschut kunnen koken en de tent opzetten. In deze situatie bellen plots drie ongeruste moeders, alsof ze onraad ruiken!
OVERAL LANDBOUW VOL VLEKKEN POLI(U)TIE
Die nacht slapen we in een gigantisch klooster met wit lichtgevende kruizen en enorme torens. De heiligenkennis van Fraukje komt dan toch nog van pas om een goed indruk te geven. Ah St Joris en de draak... We krijgen een rondleiding langs vele prenten die stuk voor stuk aanbeden worden. Het is een Koptisch Orthodox klooster.
De twee broers en hun zus krijgen onderdak in een ruim appartement met keuken, badkamer en een hoeveelheid bedden zodat we elk uur van de nacht onder verse dekens zouden kunnen kruipen.Een uitgebreid gefrituurd avondmaal doet ons al snel in deze collectie bedden duiken.
De volgende ochtend moesten we om 9 uur klaarstaan van de politie dus ontbijten we vroeg. Wanneer het ontbijt gefinished is komt er een man met een enorme schotel frieten, gefrituurde aubergines, bonen en brood binnen. We danken hem enorm! Dit wordt ontbijt 2!
Voor ze wegfietsen steken we een gift in een kast onder de Heilige Ambedode.
De politie zit overal. Ze wachten ons op en volgen ons overal. Ze hebben geen verklaring waarom ze ons volgen. Dat is de wet, nee er is hier geen gevaar. Misschien voor honden, zeggen ze.
‘s Avonds overnachten we weer in een historisch klooster: The White Monastry. (uit 400 na Chr.) Daar krijgen we weer eten! We worden enorm verwend en velen willen onze verhalen horen.
De volgende ochtend een licht ontbijt in de drukke refter en we vertrekken wederom met de politie die ons reeds staat op te wachten. Met hen bezoeken we het Red Monastry.
Ze stoppen onderweg bij kerken om ons te laten bidden. Op voorhand hadden we de route die we wilden volgen, langs de woestijn zodat we terug konden wildkamperen, met de politie doorgenomen. Wanneer we uiteindelijk de route willen volgen mogen we niet meer. Eerst omdat het de wet is, dan omdat de weg in slechte staat is, dan omdat de weg doodloopt en elke andere rede die ze konden verzinnen. We geloofden er niets van. Onze eigen kaart en ons richtingsgevoel had ons nog niet bedrogen. Maar doorgaan kon niet. Ze blokkeerden de weg en sleepten Berten aan zijn arm naar zijn fiets. Het was zo onrechtvaardig. Ipv kleine wegen te nemen moeten we nu op enorme brede drukke wegen rijden, met geen mogelijkheid op overnachting.
Als ik naar het toilet ga in de struikjes komen ze mee om te kijken. Als we gaan winkelen zeggen ze de verkoper een hogere prijs te vragen, terwijl we de prijzen ondertussen wel kennen en kunnen lezen in het Arabisch. Ze verhinderen elk contact met de locale bevolking en bemoeien zich zelfs met wat en hoeveel we moeten kopen. Wanneer we een slaapplaats vinden is die niet goed genoeg maar hebben ze geen andere oplossing. We voelen ons al enkele dagen serieus gevangen! Dat put uit.
Maar nu verder. We mochten de kleine weg niet volgen maar moesten daarom 30 km terugfietsen om op de grote weg uit te komen. Met de ronkende motor naast ons of voor ons zodat we zwaar last krijgen van onze ademhaling en nogeens extra de motor laten slippen om ons te enerveren, fietsen we verder. Komen er lokale mensen in de buurt dan zetten ze loeihard hun sirenes op zodat onze hoofden ook barsten. We zijn het spuugzat en slagen linksaf naar onze eigen route ipv hen verder te volgen. Een race volgt. We staan als zotten op onze pedalen en vliegen ervandoor. De politiejeep draait terug (met minstens 6 politiemannen), en komt met loeiende sirenes achter ons aan. We racen verder maar ze zitten ons vlak op de hielen. Een zandhoop in het midden van de weg is onze redding! We zijn ze kwijt! We racen doorheen minidorpjes en kleine landbouwgebieden. Eindelijk geen geronk meer. We kunnen vrijuit de weg vragen en worden overal hartelijk ontvangen. Tot... ze hebben ons ontdekt en willen ons doen stoppen en blokkeren na een tweede poging met zijn zessen de weg. We moeten ze terug volgen in de tegenovergestelde richting dan de richting waar we heen moeten. Na nog geprotesteer beloven ze ons om de juiste richting uit te gaan, maar ze kiezen toch de tegenovergestelde. Telkens opnieuw beliegen ze ons. We volgen hen uitgeput, als lammetjes, moe van al die leugens. Wanneer we appelsienen kopen op een markt reageert een politieman zijn agressie af op elk kind dat passeert door het een klap in het gezicht te geven zonder reden. Kinderen op fietsjes, op een ezel, kar, tevoet. Iedereen krijgt slaag.
Wanneer we een slaapplaats moeten zoeken omdat het donker wordt vinden ze de plaatsen niet goed. We worden in de donkere nacht over de drukke baan verder gestuurd met geregeld hun felle sirenes. Wanneer we een klooster zien, krijgen we uiteindelijk toestemming om daar de nacht door te brengen. We komen tot rust tussen de warme mensen van het klooster. De thee die we er krijgen doet enorm deugd. Maar de rust bleef niet lang. Het hoofdbureau van de politie heeft beslist dat dit geen goede slaapplaats is. In het midden van de nacht moeten we verder fietsen. Nog 30 km tot de stad die ze in gedachte hebben. Vermoeid stappen we in het donker terug op de fiets en trappen trappen trappen. We stoppen om te vragen of we in een veilig park mogen overnachten, maar ze zeggen dat ze een goede parking hebben om onze tent op op te zetten. Na nog meer kms komen we aan bij de stad. Daar worden we afgezet bij een politiepost en moeten we wachten. We vallen bijna van onze fiets af van vermoeidheid. Een banaan en wat dadels doen ons er iets bovenop komen en wanneer we onze ogen openen is onze begeleiding met zijn mooie beloftes op een kampeerplaats verdwenen. De politiemannen hier weten van niets. We leggen de situatie uit en na enig overleg mogen we achter hun post slapen. We zetten de tent op en koken. Terwijl we eten komt een politieman zeggen dat we daar niet mogen blijven. Hij zal naast ons blijven tijdens het eten en zien dat we alles afbreken om dan ons te slapen te leggen in een hotel.
We ruimen alles op en fietsen verder, naar het hotel.
We slapen daar en de volgende dag is vandaag.
Buiten staat een politieman te wachten voor wanneer we dit internetcafé verlaten. We zullen de nacht doorbrengen in hetzelfde hotel en zullen hen vanaf nu volgzaam volgen. Er is niets aan te doen. Redeneringen over milieu, uitlaatgassen en vrijheid snappen ze al helemaal niet.
Allez, we gaan eerst gezellig op restaurant met die politieman en leggen ons dan te slapen in het politiehotel terwijl de volgende ochtend een politie aan onze deur komt kloppen om te kijken hoe we slapen.
Maar wees gerust, we worden nu even gekortwiekt, we zullen ons nu rustig houden maar de wilde drie blijven.
Geknipte drie!
Jasper, Berten en Fraukje